Vreemd dat de rust die heerst vandaag op straat,
In volle virustijd.
Voor mij bevrijdend werkt.
De lafhartigen verschansen zich immers in hun huizen.
Forten en burchten die slechts weinig bescherming bieden en door een starre kijk de adem ontnemen en vesmachtend worden.
Claustrofobisch. De mens van de wereld.
Wordt klein van geest en bekrompen als zijn leefwereld krimpt.
Zittend op de lip van hun dierbaren worden hun hersens een stoomketel van onontgonnen emoties en gevoelens.
Praten is slechts zinvol als men elkaar voelt.
Het aangepraat en ingeprent gedacht dat alles kan worden gezegd met woorden staat ons in de weg om nu te zien wat er echt toe doet.
Maar we hebben echter enkel oog voor wat ons beperkt.
Zoekend naar een uitweg schreeuwen we nog in eenheid, of, dat beweren we toch graag, tegen de indringer.
Frontsoldaten worden bejubeld met witte vlaggen.
Maar naderhand dan komt de weerstand.
De wansmakelijken zijn nu de rebellen tegen hun eigen dwaasheid.
Nog steeds zijn de belangen puur egocentrisch en verwerpelijk als ze in het daglicht komen piepen.
Terwijl de koopjesmens verder koopt op internet
Krioelende mierenhoop.
Net zo wansmakelijk als toen men nog in winkels over elkaar dachten te mogen kruipen.
Of, nog een laatste orgie voordat de kroegen sluiten.
Oorden van verderf geworden de taptoe op elke zede die nog overeind was gebleven.
Nog voor onze pupillen opnieuw de lessen worden onderwezen krioelen ze alweer samen met de ouderlingen in park en bos.
Volgzame tamme wezens zoekend in het web waarin ze zich verstrikken.
War van de mens en zijn maatschappij.
Normen vervagen snel.
De moraal is decadent.
Gebouwd op de waarden van een naoorlogse welvaart.
Maar ook ons welvaren is wederkerig op haar hoogtepunt.
De oorlogsjaren zijn museumstukken.
Met stof bedekt en langzaam op de achtergrond verdwenen doorheen de jaren.
Gedoemd om aan betekenis verloren te gaan.
De samenhorigheid van een volk verbrokkelt nadat het gulden ei zich heeft blootgegeven.
Ook vandaag.
De oorlogsjaren staan voor de deur.
Onopgemerkte bltzkrieg dat,
als was het een griepje,
Het land bezette.
Het verzet zal zich,
Herenigd,
Oprichten.
Nadat ze de bezetter hebben gedoogd en als volgzame honden de koekjes aten uit de hand van het heersende bewind.
Gevangen in de put die ze zelf dolven.
Decadentie in jaren waar de banden van de oorlog zijn losgelaten is onvermijdelijk lot.
Ontgroeid zijn de generaties die na de oorlogshelden kwamen.
Nazaten van dapperen.
Hebben hun strepen nog niet weten te verdienen.
Thomas Haghenbeek
15/11/2020
Deel naar believen op volgende sociale media
Vind ik leuk:
Like Laden...
Gepubliceerd door Thomas Haghenbeek
Hoi ik ben Thomas. Ik heb een carriere achter de rug als psychiatrisch verpleegkundige. Ik heb een ADHD spectrum stoornis.
Ik voel me goed in m'n vel maar dat maakt me druk en chaotisch.
Ik ben hypergevoelig voor geluiden, grote mensenmassa's, spannigen emoties enz. Mensen begrijpen soms moeilijk hoe ze mij moeten inschatten. Ik hen trouwens ook niet.
Nu ja dat maakt het leven boeiend.
Anderzijds gaat het vaak gepaard met moeilijkheden om in het leven te staan. Onbegrip, sociale, administratieve vaak ook financiiële problematieken kruisen mijn hele leven lang al mijn pad.
Naast de vele talenten, voor sport, talen, fijngevoeligheid, sociaal gedrag en menswaardigheid zorgen de moeilijkheden een groot obstakel in mijn drang tot zelfontplooiing.
De diagnose is pas op latere leeftijd gesteld. Ik voelde me als kind echter al anders. Ik was druk, dromerig, vergeetachtig, nonchalant, eigenwijs en ik behaalde ondanks een bovengemiddelde inteligentie schoolresultaten die niet representatief waren.
Ik durfde het pas op mijn twintigste vertellen aan de buitenwereld en het was een opluchting maar ook een groot verdriet toen er een diagnose werd gesteld. Niettegenstaande werkte ik alsnog een opleiding af en kwam in het arbeidscircuit terecht waar ik met veel liefde voor anderen heb gezorgd in een psychiatrische kliniek.
Het viel me al snel op dat er weinig begrip was voor deze mensen die uiteindelijk één ding gemeen hadden.
Angst.
Angst voor hun ziekte, om te hervallen, om mens te mogen zijn.
Tijdens deze periode werd ik met een groot verlies geconfronteerd. Een jeugdvriend had zich van het leven ontnomen en de ontdekking van zijn levensloze lichaam heeft een diepe indruk op me gemaakt.
Ik decompenseerde in drinkgedrag en kon op de werkvloer van de drukke zorgsector niet meer op een goede manier functioneren.
Ik liet me behandelen in een instelling en werd op slag in de andere rol, die van de patiënt geduwd.
Een ervaring waarvoor ik dankbaar ben maar die een zeer diepe indruk heeft nagelaten over het leven als patiënt in de psychiatrie. Er wordt een label op je hoofd geplakt waar je nauwelijks nog van af kunt komen.
Desondanks hervatte ik het werk en dit ging vlot. De naam die ik ondertussen had gekregen viel niet meer uit te wissen.
De volgende jaren waren een strijd voor mezelf en de patiënten die ik verzorgde. Uiteindelijk moest ik dit leven opgeven want de opoffering had me uitgeput.
Rancuneus ben ik huiswaarts gekeerd met het idee om te blijven vechten voor een menselijke zorg.
Nu de kwaadheid onder controle is maak ik deze droom waar in het belang van de kwetsbare mens en de zorgsector in Vlaanderen en België.
In het bijzonder voor ouderen met ADHD.
Maar ook voor iedereen met een hart voor mensen.
Alle berichten van Thomas Haghenbeek weergeven